Als dierenartsen streven wij ernaar een bijdrage te leveren aan de gezondheid van uw dier en het plezier wat u samen kunt hebben. Bij een goede gezondheid hoort ook een goed en gezond gebit.
Een normale stand en goede gezondheid van het gebit is belangrijk, om eten en spelen zonder beperkingen of pijn mogelijk te maken. Ontstekingen van tanden en kiezen en veel tandsteen brengen bovendien hart en nieren in gevaar. Door het loslaten van bacteriepropjes in de bloedbaan, kunnen ontstekingen op de hartkleppen en in de nieren het gevolg zijn.
Hond en kat
Tandheelkundige zorg bij pups en kittens begint op jonge leeftijd. Bij de eerste entingen op 6, 9 en 12 weken wordt door de dierenarts de stand van het gebit en de kaak bekeken.
Als er een afwijking geconstateerd wordt kan het nodig zijn tussen de 10 en 16 weken de pup of het kitten al onder narcose te brengen. Dit om een deel van het melkgebit te trekken en zo te proberen op tijd afwijkingen te corrigeren. Mocht de uitgroei van kaak of gebit hierna toch afwijkend blijven verlopen, dan kan het nodig zijn een beugel te plaatsen op het volwassen gebit.
Bij uw jonge dier geven wij u voorlichting over gebitsverzorging. Preventie van gebitsproblemen is natuurlijk minstens zo belangrijk als het verhelpen ervan. Het is erg belangrijk op tijd te beginnen met poetsen en uw pup of kitten te leren dat gefriemel in hun bekje niet eng is. Hierbij speelt de begeleiding door onze tandheelkundige paraveterinairen een grote rol.
Onze honden en katten zijn op 6-7 maanden klaar met wisselen. Een heel belangrijk moment om te bekijken of het melkgebit inderdaad verdwenen is of dat er elementen zijn blijven staan naast het blijvende gebit. Dit kan namelijk stand en gezondheid van het blijvende gebit in gevaar brengen. Ook hiervoor kunt u terecht bij onze tandheelkundige paraveterinairen of dierenarts.
Mocht een kies of tand niet doorkomen, dan moet er met behulp van een röntgenfoto gekeken worden of hij wel is aangelegd. Als dat wel het geval is kan chirurgisch slijmvlies verwijderd worden. Zo krijgt de kies alsnog de kans om door te komen.
Tanden poetsen
Tandenpoetsen is de meest effectieve methode om het gebit schoon en gezond te houden. Het is daarom aan te raden het gebit van uw hond of kat minimaal 3-4 keer per week te poetsen en hier op jonge leeftijd mee te beginnen. Speciale tandenborstels en tandpasta zijn bij ons verkrijgbaar. Bekijk ook onze tandenpoets-instructievideo voor hond en kat.
Volwassen dieren
Bij het volwassen dier komt veel tandplaque voor, wat bestaat uit voedselresten en bacteriën. Dit kan zich ontwikkelen tot tandsteen als er niet gepoetst wordt. Dit zijn de eerste stappen op weg naar tandvlees ontstekingen en parodontitis, of te wel afbraak van bot, terug trekken van tandvlees en het ontstaan van ernstige ontstekingen en verlies van tanden en kiezen.
Als wij er op tijd bij zijn kunnen wij ernstige aantasting voorkomen door tandsteen te verwijderen en het gebit te polijsten. Het vervolg hierop is dat u als eigenaar het gebit schoon moet houden om herhaling van problemen te voorkomen. Het beste kunt u dagelijks poetsen , iets wat onze assistentes u graag leren. Mocht poetsen niet lukken dan kunt u een bijdrage leveren door het voeren van speciale tandsteen diëten.
Bij katten komt een extra probleem voor; FORL, een progressieve resorptie van de tandhals. Deze aandoening breidt zich uit over steeds meer elementen. Voorkomen hiervan berust op het voorkomen van tandsteen. Therapeutisch kunnen wij niet veel anders dan trekken, het geen met veel zorg en aandacht moet gebeuren in verband met het afbreken van elementen.
Konijnen
Een van de diersoorten waar we vaak levensbedreigende gebitsproblemen tegen komen is het konijn. De tanden en kiezen van een konijn groeien levenslang door. Ze slijten door kauwen en knagen. Groei en slijtage moeten in evenwicht zijn om doorgroei, wonden en ontstekingen in de bek te voorkomen. Het doorgroeien of verkeerd afslijten van tanden en kiezen kan leiden tot te weinig voedselopname en spijsverteringsproblemen Daarnaast komen ook traanbuis problemen, wortelontstekingen en abcesvorming voor hierdoor. Dit alles kan het leven van uw konijn in gevaar brengen.
Aangeboren afwijkingen of beschadiging kunnen een rol spelen bij het ontstaan van tand of kiesproblemen. Het blijkt echter dat de meeste problemen voortkomen uit een verkeerd voedingspatroon. Met 20 gram goed voer (vraag onze assistentes), onbeperkt hooi en groenvoer kunnen de meeste gebitsproblemen bij konijnen voorkomen worden.
Een goede bek inspectie, meestal onder narcose, kan nodig zijn bij de verdenking op gebitsproblemen. Behandeling van kiezen moet ook onder narcose gebeuren. Het slijpen van de voortanden lukt eigenlijk altijd bij het wakkere konijn.